vrijdag 29 maart 2019

psalm 115 - gezongen

Deze mooie versie vond ik:
 
Weet je zelf een mooie versie, deel hem dan!

donderdag 28 maart 2019

Psalm 115 - met het oog op mij

Als ik deze psalm lees, dan kom ik soms niet verder dan de eerste regel: "Niet ons, Heer, niet ons, geef uw naam eer, om uw liefde om uw trouw." Kan ik deze woorden van harte meezeggen, meezingen. Hoe vaak draait het in mijn leven niet om mijn eigen eer, om mijn naam.
Hoe kom ik vrij van die gerichtheid op mezelf en hoe kan dat verlangen groeien dat Gods naam de eer krijgt in mijn leven?
Het begint misschien wel hier mee, dat ik daar in ieder geval naar verlang, omdat ik weet dat Gods liefde en trouw veel meer vervulling kunnen geven, dan wat ik dan ook in mijzelf zou kunnen vinden. Mijn succes, mijn geluk, mijn gezondheid, mijn leven komt pas tot zijn recht als ik het uit handen geef. En het neerleg aan de voeten van Christus. Zijn komst, zijn leven, zijn sterven zijn opstanding, is mijn toekomst, mijn leven, mijn hoop.

Dan zal ik ook moeten afrekenen met de afgoden in mijn leven. Het begin daarvan ligt erin dat ik ontdek dat zij mij niet kunnen geven waar ik naar verlang.
In vers 8 staat: "Zoals zij, zo worden ook hun makers en ieder die op hen vertrouwt." Dat is een waarschuwing, maar ergens zit daar ook een belofte in. Je wordt waar je op vertrouwt; dus wil ik worden als Christus, dan hoef ik alleen maar op Hem te vertrouwen! Dat is waarom die oproep in vers 9 staat: Vertrouw op de Here, jouw hulp is Hij, jouw schild!

Dan komt ook de zegen van Heer. De Heer die de hemel en aarde gemaakt heeft. Om het nog even in perspectief te zetten, geen god die door mensen gemaakt is, maar een God die zelf maakt, zelf schept.
Zegenen een woord dat ik wel ken, maar dat soms ook moeilijk te vatten is. Wat betekent het dat God mij zegent?
Gisteren lazen we woorden uit Jesaja 53, woorden die zo prachtig passen bij deze lijdenstijd als je doorleest in Jesaja 54 vind je deze prachtige woorden:
Al zouden de bergen wijken en de heuvels wankelen, mijn liefde zal nooit meer van jou wijken en mijn vredesverbond is onwankelbaar, - zegt de Heer die zich over je ontfermt (vers 10)
Dat is de zegen van God!
Halleluja

woensdag 27 maart 2019

Psalm 115 - met het oog op Christus

De psalm begint met de woorden: "Niet ons, Heer, niet ons, geef uw naam alle eer, om uw liefde, uw trouw."
Als ik eraan denk dat Jezus dit lied zong aan het einde van de maaltijd, vlak voordat hij naar de olijfberg vertrok, dan moet ik denken aan de intense strijd die Hij daar gehad heeft. Deze woorden spreken van overgave. Het gaat niet om onze eer, om mijn eer, maar om de eer van God. Jezus legde al zijn heerlijkheid af om Gods eer te herstellen. Zijn eer vind je terug in zijn liefde en zijn trouw.
Jezus die God en mens was, had op ieder moment zijn weg van lijden en sterven kunnen opgeven, maar keer op keer koos Hij om door te gaan. Keer op keer koos Hij voor ons, voor mij.

Er staat iets verder in deze psalm: "Onze God is in de hemel, Hij doet wat Hem behaagt."
De woorden 'wat Hem behaagt' vindt je ook in Jesaja 53. Het gaat in die profetie over de lijdende dienaar van de Heer. Als je de tijd hebt vandaag of ergens in deze week, lees die woorden dan eens rustig door. Indrukwekkend hoe ruim 500 jaar voor de komst van Christus deze woorden klonken!
In Jesaja 53: 10 staat: "Maar het behaagde de Heere Hem te verbrijzelen, Hij heeft Hem ziek gemaakt. Als zijn ziel zich tot een schuldoffer gesteld zal hebben, zal Hij nageslacht zien, Hij zal de dagen verlengen; het welbehagen van de Heere zal door zijn hand voorspoedig zijn."(de HSV laat iets duidelijker zien dat hetzelfde woord hier gebruikt wordt als in psalm 115 in de NBV staat hier 'wilde')
Het behagen van God ligt in zijn reddingsplan. Dat is waar Hij naar verlangt, dat wij hersteld voor Hem kunnen staan. Dat is wat Christus door zijn weg van lijden en sterven voor ons bewerkt heeft.

Als laatste wil ik de aandacht vestigen op wat in vers 17 en 18 staat in deze psalm: "Niet de doden loven de Heer, niet wij zijn afgedaald in de stilte, wij zijn het, wij zegenen de Heer van nu aan tot in eeuwigheid."
Jezus wist dat Hij zou sterven. Hij wist dat Hij zou afdalen in de stilte, maar Hij kon verder zien dan dan dat: “wij zijn het”, Hij is het, door Hem kunnen wij God zegenen en loven. Ook (of misschien wel juist) als we oog in oog met de dood staan. Hoe indrukwekkend is het als aan het graf juist dit lied wordt gezongen:
U zij de glorie, opgestane Heer
U zij de victorie, nu en immermeer

dinsdag 26 maart 2019

Psalm 115 - wat staat er?

Het is onbekend wanneer deze psalm precies geschreven is. Sommigen zeggen dat het onderdeel is van het lied van Mozes dat hij schreef bij de rode zee, dus eigenlijk bij psalm 114 hoort. Anderen schrijven het toe aan David, toen hij zijn koningschap begon, of aan Ester en Mordechai of aan de drie mannen in de brandende oven. Duidelijk is wel dat het geschreven is door iemand die grote nood ervaart en daarbij ook nog aan het twijfelen wordt gebracht door mensen die spottend vragen, waar is je god?
Hoe mooi is het dan dat dit lied niet begint met een klacht, maar juist met een belijdenis: Aan God is de eer, vanwege zijn liefde en trouw. Dat is waar de hoop te vinden is, in de liefde en trouw van God.

De psalmdichter stelt dit tegenover de afgoden, beelden door mensen gemaakt. Op bijna humoristische wijze stelt hij ze aan de kaak. Ze hebben handen, maar kunnen niet tasten, oren en ogen die niets horen en zien een mond die niet kan spreken.
In onze tijd kennen we zulke afgodsbeelden niet. Wij knielen niet voor een fysiek beeld, maar ook voor ons is de verleiding om onze hoop op dingen te stellen die we kunnen horen, zien en tasten.
Neem de eerste: ze hebben een mond, maar kunnen niet spreken. Ik moet denken aan mijn behoefte om telkens van anderen te horen dat ik het goed doe, om te leven zodat ik eer ontvang.
Naar welke niet-sprekende mond probeer jij te luisteren?
Je zou ze zo allemaal af kunnen lopen en algauw heb je helder wat jouw afgoden zijn.

God is zo wezenlijk anders. Hij is in de hemel en doet wat Hem behaagt. Dat klinkt misschien wat dreigend. Als wij doen wat ons behaagt, dan worden we eigenwijze, egoïstische, onberekenbare mensen. Als God doet wat Hem behaagt, wat doet Hij dan? Wat behaagt Hem?
Het behaagt Hem te zegenen wie Hem vertrouwen. Het behaagt Hem om te zien naar de geringen (psalm 113). Het behaagt Hem uit een steenrots water te laten stromen (psalm 114).

maandag 25 maart 2019

Psalm 115

We beginnen deze week met psalm 115. Dit keer zoals die te vinden is "The Message" een vertaling van de hand van Eugene Peterson.
Not for our sake, God, no, not for our sake, but for your name's sake, show your glory. Do it on account of your merciful love, 
do it on account of your faithful ways.
Do it so none of the nations can say, 
"Where now, oh where is their God?"
Our God is in heaven doing whatever he wants to do.
Their gods are metal and wood, handmade in a basement shop:
Carved mouths that can't talk, painted eyes that can't see,
Tin ears that can't hear, molded noses that can't smell,
Hands that can't grasp, feet that can't walk or run, throats that never utter a sound.
Those who make them have become just like them, have become just like the gods they trust.
But you, Israel: put your trust in God! - trust your Helper! trust your Ruler!
Clan of Aaron, trust in God! - trust your Helper! trust your Ruler!
You who fear God, trust in God! - trust your Helper! trust your Ruler!
O God, remember us and bless us, bless the families of Israel and Aaron.
And let God bless all who fear God - bless the small, bless the great.
Oh, let God enlarge your families - giving growth to you, growth to your children.
May you be blessed by God, by God, who made heaven and earth.
The heaven of heavens is for God, but he put us in charge of the earth.
Dead people can't praise God - not a word to be heard from those buried in the ground.
But we bless God, oh yes - we bless him now, we bless him always! 
Hallelujah! 
Voor wie het Engels lastig is, hieronder de vertaling
Niet ons belang, God, niet ons belang, maar het belang van uw Naam, laat uw glorie zien. Toon die ons vanwege uw genadevolle liefde, vanwege uw betrouwbaarheid.
Zo dat geen van de naties kan zeggen, 
"Waar nu, o waar is hun God?"
Onze God is in de hemel, Hij doet wat hij wil doen.
 Hun goden zijn van metaal en hout, 
met de hand gemaakt in een kelder:
Uitgesneden monden, die niet kunnen praten, 
opgeschilderde ogen, die niet kunnen zien,
Tinnen oren die niet kunnen horen, gevormde neuzen die niet kunnen ruiken,
Handen die niets kunnen pakken, voeten die niet kunnen rennen, 
kelen die nooit een enkel geluid maken.
Zij die ze maken, zijn als hen geworden, geworden als de goden waarop ze vertrouwen.
Maar jij, Israël: stel je vertrouwen op God! - vertrouw je Helper! vertrouw je Heerser!
Stam van Aaron, stel je vertouwen op God! - vertrouw je Helper! vertrouw je Heerser!
Jij die de Heer vreest, stel je vertrouwen op God! - vertrouw je Helper! vertrouw je Heerser!
O God, gedenk ons en zegen ons, zegen de families van Israël en Aaron.
En laat God zegenen allen die hem vrezen - zegenen de kleinen en de groten.
O, laat God uw familie vergroten - groei geven aan jou, groei geven aan je kinderen.
Moge jij gezegend zijn door God, door God, die de hemel en aarde gemaakt heeft.
De hemel der hemelen is voor God, maar Hij heeft ons heerschappij gegeven over de aarde.
Dode mensen kunnen God niet prijzen 
- er wordt geen woord gehoord van hen die begraven zijn in de grond.
Maar wij zegenen God, o ja - we zegenen Hem nu, we zegenen Hem altijd!
Halleluja!

vrijdag 22 maart 2019

psalm 114 - gezongen

Ik vond een hele mooie Hebreeuwse versie van psalm 114.  De Hebreeuwse tekst (fonetisch) en de vertaling staan hieronder. Mocht je zelf een mooie versie weten. Deel die gerust in de reactie onder deze blog!
Betzet Yisrael mimitzraim beit Ya'akov me'am loez
Hayta Yehuda lekodsho, Yisrael Mamshelotav
(Toen Israel wegtrok uit Egypte, Het volk van Jacob dat vreemdtalige land verliet
werd Juda zijn eigendom, Israël zijn koninkrijk.)

Hayam ra'a vayanos, hayarden yisov le'achor
He'harim rakdu cheilim, geva'ot kivnei tzon
(De zee zag en vluchtte, de Jordaan trok zich terug;
de bergen schrokken op als rammen, als lammeren sprongen de heuvels.)

Ma lecha hayam ki tanos, hayarden yisov le'achor
He'harim tirkedu cheilim, geva'ot kivnei tzon
(Waarvoor, zee, neem je de vlucht, Jordaan, trek jij je terug
Waarvoor, bergen schrikken jullie op als rammen, springen jullie, heuvels als lammeren?)

Milifnei adon chuli aretz, milifnei Eloha Ya'akov
Hahofchi hatzur agam mayim, chalamish lemaino mayim
(Beef aarde, voor het aangezicht van de Heer, voor het aangezicht van de God van Jakob
Hij verandert de rots in een bron, hard gesteente in een stroom van water.)

donderdag 21 maart 2019

Psalm 114 - met oog op mij

In deze psalm lees ik dat de aarde beeft, als God reddend aan het werk gaat. Gods liefde is zo krachtig dat aardse machten zich plooien voor Hem.
De aarde beefde toen Christus stierf, de aarde beefde toen Hij opstond!
Ik heb nooit een aardbeving meegemaakt, maar mensen die dat wel hebben, zullen je vertellen dat het een bijzonder beangstigende ervaring is. Dat wat zeker is (de grond onder je voeten), wankelt.
Is Gods liefde dan zo, beangstigend, zo krachtig dat het alles omverwerpt. Er zit iets dubbels in dat beeld.
Ik moet denken aan de kronieken van Narnia die C.S. Lewis heeft geschreven. In het eerste deel (De leeuw, de heks en de kleerkast) horen de kinderen voor het eerst over Aslan. Dan volgt er een prachtig gesprekje:
"Aslan, een mens?!" zei meneer Bever verontwaardigd.  "Natuurlijk niet. Ik zei al dat hij de Koning van het bos is en de zoon van de grote Keizer die boven de zee woont. Weet je niet wie de de Koning der Dieren is? Aslan is een leeuw - de Leeuw, de grote Leeuw."
"Oooh!" zei Susan. "Ik dacht de hele tijd dat hij een mens was. Is hij niet - eh, gevaarlijk? Ik geloof vast dat ik behoorlijk bang ben als ik met die leeuw kennis moet maken." "Dat ben je vast en zeker, liefje dat kun je gerust geloven," zei mevrouw Bever, iemand die niet tegenover Aslan staat met knikkende knieën is of bijzonder moedig, of bijzonder dom."  "Dus hij is tóch gevaarlijk?" zei Lucy. "Gevaarlijk?" zei meneer Bever. "Hoor je niet wat mevrouw Bever zegt? Niemand heeft gezegd dat hij niet gevaarlijk is. Natuurlijk is hij gevaarlijk. Maar hij is goed. Hij is onze koning dat zei ik toch al."

Als ik deze psalm lees en zing, dan raak ik onder de indruk van Gods bevrijdende liefde, die zo krachtig is dat niets die liefde kan weerhouden en dat is niet beangstigend, omdat ik en jíj het voorwerp zijn van die liefde!

woensdag 20 maart 2019

Psalm 114 - met het oog op Christus

Terwijl Jezus zijn laatste avond op aarde doorbrengt, zingt Hij over God die machtig is te bevrijden. Hij zingt over een zee die wijkt.
Hoe vaak is in de bijbel niet de zee het beeld van de dood. Ik moet denken aan zijn vertwijfeling later op de avond in de hof van Getsemané. Mattheus 26:39 "Mijn Vader als het mogelijk is, laat deze drinkbeker aan Mij voorbijgaan. Maar niet zoals Ik wil, maar zoals U wilt."
De zee zal voor Hem niet wijken. De bergen zullen wel schudden, maar pas nadat Hij zijn weg van lijden en sterven tot in de dood heeft volbracht.
Of wijkt die zee wel?
God doet een nog veel groter wonder dan wat Jezus net bezong. Hij overwint de dood!

De God van Jakob verandert een rots in een bron en laat water stromen uit hard gesteente, staat er aan het einde van deze psalm. Dit is een verwijzing naar Exodus 17 waar God voor het dorstige volk water laat stromen uit een rots.
Uit doodsheid (een rots) komt leven (water in de woestijn is het verschil tussen leven en sterven).
Jezus sterven, zijn dood, maakt dat wij kunnen leven. Hoe mooi is het dat Paulus in 1 Korinthe 10 zegt dat Jezus die rots is, waaruit God het water liet stromen voor de Israëlieten.

dinsdag 19 maart 2019

Psalm 114 - wat staat er?

Deze psalm werd dus gezongen tijdens het eten van het pesachmaal. Het verhaalt op een poëtische manier de wonderen die God deed om Israël te bevrijden.

Deze psalm spreekt over de zee die vluchtte. Dat gaat over de uittocht uit Egypte. In Exodus 14: 21 staat: "Toen strekte Mozes zijn hand uit over de zee, en de Heere liet de zee die hele nacht wegvloeien door een krachtige oostenwind. Hij maakte de zee droog, en het water werd doormidden gespleten."
Het gaat over de Jordaan die zich terugtrok. Dit gaat over de intocht in het Beloofde Land. Daarover staat in Jozua 3: 15 en 16: "En zodra de dragers van de ark tot aan de Jordaan kwamen en de voeten van de priesters die de ark droegen, in het water gedompeld waren, aan de rand van het water - de Jordaan was helmaal buiten zijn oevers gereden al de dagen van de oogst - bleef het water dat van bovenaf kwam, staan. Het bleef staan als een dam heel ver weg bij de stad Adam, die naast Sarthan ligt. En het water dat naar de zee van de Vlakte, de zoutzee stroomde, verdween en werd afgesneden. Toen stak het volk over, tegenover Jericho."
En het gaat over bergen die opsprongen als bergen en heuvelen als lammeren. Ik moet dan denken aan Exodus 19 en 20 waar het gaat over de verbondsluiting van God met zijn volk. In exodus 20: 18 staat:  "en heel het volk was getuige van de donderslagen, de bliksems, het bazuingeschal en en de roken de berg. Toen het volk dit zag sidderden zij en bleven op afstand staan."

Als God zijn volk redt, een verbond met hen sluit en hen brengt op de plek waar ze moeten zijn. Dan moet alles daarvoor wijken. De dichter vraagt de zee, de Jordaan en de bergen waarom ze zo reageren. Zij zien God en kunnen niet anders dan ruimte voor Hem maken, voor de God van Jakob, voor de God die in zijn liefde kiest voor mensen en hen redt, trouw belooft en leidt.

maandag 18 maart 2019

Psalm 114

Deze week beginnen we aan de volgende psalm.
Vandaag de psalm uit de vertaling van Dr Ida G.M. Gerhardt en Dr Marie H. van der Zeyde.

Psalm 114
Toen Israël weg uit Egypte trok,
Jacobs huis weg van het vreemdgetaald volk,
is Juda geworden zijn heiligdom,
Israël zijn domein.
De zee zag het en week,
de Jordaan boog ruggelings terug;
de bergen sprongen als rammen,
als lammeren de heuvelenrij.
Wat was er, zee, dat gij week,
Jordaan, dat ge ruggelings terugboog,
dat, bergen, ge opsprongt als rammen,
als lammeren gij heuvelenrij?
Aarde, beef voor het aanschijn uws Heren,
voor het aanschijn van Jacobs God,
die een watersprong schiep uit de rots,
uit een steenblok fonteinen van water!

vrijdag 15 maart 2019

Psalm 113 - gezongen

Vandaag neem ik de tijd om te luisteren. Er zijn veel versies van deze psalm op het internet te vinden. Ik luister vandaag naar deze:

Heb je zelf een mooie versie van psalm 113 gevonden, post hem gerust in de reactie hieronder!

donderdag 14 maart 2019

Psalm 113 - met het oog op mij

Psalm 113 roept de dienaars van de Heer op Hem te loven. In eerste instantie richt deze psalm zich op de levieten die dienst deden in de tempel, maar in Christus mag ik mij daar ook onder scharen.
Zoals bij het lezen van de afgelopen dagen wel duidelijk werd, roept deze psalm op Hem te loven om twee redenen: Gods grootheid en zijn ontferming.

Hoe loof ik Gods grootheid? Ik kan de verzen 1-6 lezen en meezeggen en de woorden om Gods grootheid te loven, worden mij zo gegeven. Vanwaar de zon opkomt tot waar zij ondergaat, zij de naam van de Heer geloofd. Dat is over de hele aarde en dat houdt nooit op. Altijd komt ergens de zon op en gaat hij ergens onder. Ik moet dan altijd denken aan hoe dat zou klinken op zondag als we al die lofzangen uit verschillende kerken op verschillende continenten achter elkaar door zouden kunnen horen. Wat een mooie eenheid zit daarin dat onze lofzang wordt overgenomen in de volgende tijdzone!

De psalmdichter stelt de retorische vraag: Wie is gelijk aan onze Here?
En dat brengt mij bij het loven van God om zijn ontferming. Hij is hoger en groter dan ik kan bedenken, maar Hij richt zijn oog op ons, op mensen in nood. Er is geen god die zo is als mijn God.
Hij richt op, Hij zet mensen op een ereplaats, Hij geeft toekomst.
Dit doet Hij niet voor mensen, omdat zij het zo goed gedaan hebben, maar dit doet Hij uit liefde, om wat Christus voor ons heeft gedaan.

Bij het lezen van die retorische vraag, moest ik denken aan hoe God zich openbaarde aan Mozes, in Exodus 34. Mozes wil alleen met het volk verder gaan, nadat hij God als het ware in de ogen heeft gekeken, dat kan niet, maar God openbaart zich zelf aan Hem en zijn naam is:
"De Heer! De Heer! Een God die liefdevol is en genadig, geduldig, trouw en waarachtig, die duizenden geslachten zijn liefde bewijst, die schuld, misdaad en zonde vergeeft,"(Ex 34:6 en7).

Zo komen groot en klein bij elkaar!

woensdag 13 maart 2019

Psalm 113 - met het oog op Christus

Psalm 113 en 114 worden ook wel het klein hallel genoemd. Deze psalmen werden gezongen tijdens de pesachmaaltijd met het rondgaan van de eerste 2 bekers. De eerste beker betekent: Ik zal jullie uitleiden, de beker van de heiliging, de kos Kadesj en wordt aan het begin van de maaltijd gedronken. De tweede beker betekent: Ik zal jullie redden, de beker der plagen, de kos Hamakot. Tussen het drinken van deze bekers wordt de maaltijd gegeten en wordt het pesachverhaal verteld en uitgelegd
Daarna wordt dus psalm 113 en 114 gezongen.

Hoe herken ik Christus in psalm 113?
Toen ik de verzen 7-9 las, moest ik denken aan de Lofzang van Maria. Na de geboorte aankondiging van de Engel zingt zij deze lofzang en dat lied heeft precies hetzelfde thema als psalm 113: God ziet om naar wie in deze wereld het onderspit delven (zie Lucas 1: 46-55). Dat is de reden van zijn komst, dat is de reden van zijn lijden en sterven. Wij zijn verloren zonder Hem.

Hoe mooi staat het verwoord in Filipenzen 2:5-8
Laat onder u die gezindheid heersen die Christus Jezus had. Hij die de gestalte van God had, hield zijn gelijkheid aan God niet vast, maar deed er afstand van. Hij nam de gestalte aan van een slaaf en werd gelijk aan een mens. En als mens verschenen, heeft hij zich vernederd en werd gehoorzaam tot in de dood - de dood aan het kruis.

Als ik dit loflied zing op de grootheid van onze God, dan juicht mijn hart des te meer, omdat deze God heel dicht bij komt, in zijn omzien naar mensen die het zelf niet redden. Zo zie ik Jezus!

dinsdag 12 maart 2019

Psalm 113 - wat staat er?

Psalm 113


Deze psalm is een oproep om God te loven. Die oproep gaat uit naar mensen van alle tijden en op alle plaatsen. Deze psalm roept de dienaars van de Heer op om Hem te loven. Deze psalm verkondigt dat de de naam van de Heer van nu tot in alle eeuwigheid geprezen moet worden (alle tijden) en dat dat moet gebeuren over de hele aarde (vanwaar de zon opkomt tot waar zij ondergaat).

De reden voor deze oproep is dat er niemand is als God. Hij is hoog verheven, boven alles van deze aarde. Maar hoe kun je zo'n God nu aanbidden? Zo groot, Iemand zo veel groter dan mij daar kan ik niet bijkomen.
Ik moest denken aan Calimero, een tekenfilmfiguurtje uit de tijd dat ik opgroeide, die er heel veel moeite mee had, dat hij klein was tegenover 'zij' die groot zijn en dat is niet eerlijk. De grootheid van de ander brengt bij hem een klaagzang voort.

Het mooie van deze psalm is dat God niet in de hemel zit om groot te wezen, maar juist dat Hij van uit die hoge hemel neerkijkt op de aarde en daar het kleine ziet, de geringe, de arme, de onvruchtbare vrouw (in die tijd was er, naast het verdriet dat het geeft om geen kinderen te hebben, letterlijk geen toekomst voor vrouwen zonder kinderen, niemand die voor hen zou zorgen).
God is groot en hoog verheven juist daarom en daarin dat Hij met ons kleine mensen bewogen is en oog voor ons heeft.

Halleluja!

maandag 11 maart 2019

Psalm 113

De komende zes weken staat iedere keer één psalm centraal. Iedere week wil ik beginnen met het doorlezen van die psalm in een andere vertaling dan de NBV. Daarna wil ik kijken naar de context van de psalm, wie en wanneer is die geschreven over welke situatie gaat het. Daarna wil ik kijken naar wat deze psalm zegt over Christus en vervolgens wil ik kijken naar wat deze psalm mij zegt. Als laatste wil ik een mooie, gezongen versie van deze psalm met jullie delen.

Vandaag Psalm 113, ditmaal in de vertaling zoals die te vinden is in de Naardense Bijbel, één van de meest letterlijke vertalingen die we op dit moment in het Nederlands hebben.

Psalm 113
1. Alleluia,
looft, dienaars van de Ene,
looft de naam van de Ene!

2. Zij de naam van de Ene gezegend,
van nu
 en tot in eeuwigheid!

3.Van waar de zon opdaagt tot waar hij aankomt
zij geloofd
de naam van de Ene.

4. Boven alle volkeren is verheven de Ene.
boven de hemelen zijn glorie.

5.Wie is als de Ene, onze God?-
die zijn zetel zet in den hoge,

6. die diep zich neerbuigt om te zien,-
in de hemelen en op de aarde!

7. Een geringe doet hij opstaan uit het stof,
een arme verheft hij
úit het slijk;

8. doet hem zetelen met voornamen,
met de
voornamen van zijn gemeenschap!

9. Een vrouw onvruchtbaar voor een huis geeft hij een zetel:
een verheugde moeder van zonen!
Alleluia

vrijdag 8 maart 2019

Psalm 117 en 118

Vandaag lezen we verder, de kortste en de langste psalm uit het hallel.

Psalm 117:
Loof de Heer, alle volken, prijs Hem alle naties: zijn liefde voor ons is overstelpend, eeuwig duurt de trouw van de Heer
Halleluja!

Psalm 118
Loof de Heer, want Hij is goed, eeuwig duurt zijn trouw
Laat Israël zeggen: 'Eeuwig duurt zijn trouw.'
Het huis van Aäron zeggen: 'Eeuwig duurt zijn trouw.'
wie de Heer vreest zeggen:  'Eeuwig duurt zijn trouw.'
In mijn nood heb ik geroepen: 'Heer!' En de Heer antwoordde mij, hij gaf mij ruimte. Met de Heer aan mijn zijde heb ik niets te vrezen, wat kunnen mensen mij doen? Met de Heer, mijn helper, aan mijn zijde, kijk ik op mijn haters neer. Beter te schuilen bij de Heer dan te vertrouwen op mensen. Beter te schuilen bij de Heer dan te vertrouwen op mannen met macht.
Alle volken hadden mij ingesloten - ik weerstond ze met de naam van de Heer-
ze sloten mij van alle kanten in - ik weerstond ze met de naam van de Heer -
ze sloten mij in als een zwerm bijen maar doofden snel als een vuur van dorens - ik weerstond ze met de naam van de Heer -
Jullie sloegen mij en ik viel, maar de Heer heeft mij geholpen. De Heer is mijn sterkte, mijn lied, Hij gaf mij de overwinning.
Hoor, gejubel om de overwinning in de tenten van de rechtvaardigen: de rechterhand van de Heer doet machtige daden, de rechterhand van de Heer verheft mij, de rechterhand van de Heer doet machtige daden.
Ik zal niet sterven maar leven en de daden van de Heer verhalen: de Heer heeft mij gestraft, maar mij niet prijsgegeven aan de dood. Open voor mij de poorten van gerechtigheid, ik wil binnen gaan om de Heer te loven. Dit is de poort die leidt naar de Heer, hier gaan de rechtvaardigen binnen. Ik wil U loven omdat U antwoordde en mij de overwinning gaf.
De steen die de bouwers afkeurden is een hoeksteen geworden. Dit is het werk van de Heer, een wonder in onze ogen.
Dit is de dag die de Heer heeft gemaakt, laten wij juichen en ons verheugen. Heer, geef ons de overwinning, Heer geef ons voorspoed.
Gezegend wie komt in de Naam van de Heer. Wij zegenen u vanuit het huis van de Heer.De Heer is God, hij heeft ons licht gebracht. Vier feest en ga met groene twijgen tot aan de horens van het altaar. U bent mijn God, u zal ik loven, hoog zal ik u prijzen, mijn God.
Loof de Heer, want Hij is goed, eeuwig duurt zijn trouw.

donderdag 7 maart 2019

Psalm 115 en 116

Vandaag lezen we psalm 115 en 116. Neem net als gisteren de tijd om de woorden aandachtig te lezen.

Psalm 115:
Niet ons, Heer, niet ons, geef uw naam alle eer, om uw liefde, uw trouw.
Waarom zeggen de volken: 'Waar is die God van hen?' Onze God is in de hemel, Hij doet wat Hem behaagt.
Hun goden zijn van zilver en goud, gemaakt door mensenhanden. Ze hebben een mond, maar kunnen niet spreken, ze hebben ogen, maar kunnen niet zien, ze hebben oren, maar kunnen niet horen, ze hebben een neus maar kunnen niet ruiken. Hun handen kunnen niet tasten, hun voeten kunnen niet lopen, geen geluid komt uit hun keel. Zoals zij, zo worden ook hun makers en ieder die op hen vertrouwt.
Israël, vertrouw op de Heer - hun hulp is Hij, hun schild-
huis van Aäron, vertrouw op de Heer - hun hulp is Hij, hun schild -
wie de Heer vrezen, vertouw op de Heer - hun hulp is Hij hun schild. -
De Heer gedenkt en zegent ons, zegenen zal hij het volk van Israël, zegenen het huis van Aäron, zegenen wie de Heer vrezen, van klein tot groot.
Moge de Heer u talrijk maken, u en uw kinderen. Moge de Heer u zegenen, hij die hemel en aarde gemaakt heeft. De hemel is de hemel van de Heer, de aarde heeft Hij aan de mensen gegegeven. Niet de doden loven de Heer, niet wie zijn afgedaald in de stilte, wij zijn het, wij zegenen de Heer, van nu tot in eeuwigheid.
Halleluja!

Psalm 116:
De Heer heb ik lief, Hij hoort mijn stem, mijn smeken, hij luistert naar mij, ik roep hem aan, mijn leven lang. Banden van de dood omknelden mij, angsten van het dodenrijk grepen mij aan, ik voelde angst en pijn. Toen riep ik de naam van de Heer: 'Heer, red toch mijn leven!'
De Heer is genadig en rechtvaardig, onze God is een God van ontferming, de Heer beschermt de eenvoudigen, machteloos was ik en hij heeft mij bevrijd.
Kom weer tot rust, mijn ziel, de Heer is je te hulp gekomen. Ja, u hebt mijn leven ontrukt aan de dood, mijn ogen gedroogd van tranen, mijn voeten voor struikelen behoed.
Ik mag wandelen in het land van de levenden onder het oog van de Heer.
Ik bleef vertrouwen, ook al zei ik: "Ik ben diep ongelukkig." Al te snel dacht ik: Geen mens die zijn woord houdt.
Hoe kan ik de Heer vergoeden wat Hij voor mij heeft gedaan? Ik zal de beker van bevrijding heffen, de naam aanroepen van de Heer en mijn geloften aan de Heer inlossen in het bijzijn van heel zijn volk.
Met pijn ziet de Heer de dood van zijn getrouwen. Ach, Heer, ik ben uw dienaar, uw dienaar ben ik, de zoon van uw dienares: U hebt mijn boeien verbroken.
U wil ik een dankoffer brengen. Ik zal de naam aanroepen van de Heer en mijn geloften aan de Heer inlossen in het bijzijn van heel zijn volk, in de voorhoven van het huis van de Heer, binnen uw muren, Jeruzalem,
Halleluja!

woensdag 6 maart 2019

Psalm 113 en 114


Vandaag begint officieel de vastentijd. Ter introductie van de psalmen van het hallel, wil ik deze week eerst alle psalmen doorlezen, in rust met aandacht. Vandaag psalm 113 en 114, lees ze gerust meerdere keren door.



Psalm 113:

Halleluja!
Loof, dienaars van de Heer, loof de naam van de Heer. De naam van de Heer zij geprezen van nu tot in eeuwigheid. Vanwaar de zon opkomt tot waar zij ondergaat, zij geloofd de naam van de Heer.
Verheven boven alle volken is de Heer, verheven boven de hemel zijn luister.
Wie is gelijk aan de Heer onze God, die hoog daarboven zijn woning heeft, die zijn oog richt naar beneden, wie in de hemel en op de aarde?
Hij verheft uit het stof wie berooid is, uit het vuil tilt hij op wie alles ontbeert. Hij laat hem wonen bij hooggeplaatsten bij de hoogsten van zijn volk.
De onvruchtbare vrouw laat hij wonen in het huis, een vrolijke moeder van kinderen.
Halleluja!

Psalm 114:
Toen Israël wegtrok uit Egypte, het volk van Jakob dat vreemdtalige land verliet, werd Juda zijn heiligdom , Israël zijn koninkrijk. De zee zag en vluchtte, de Jordaan trok zich terug, de bergen schrokken op als rammen, als lammeren sprongen de heuvels op.
Waarvoor, zee, neem je de vlucht, Jordaan, trek jij je terug? Waarvoor, bergen, schrikken jullie op als rammen, springen jullie, heuvels als lammeren op? 'Voor het aanschijn van de Heer, - beef, aarde! - voor het aanschijn van de God van Jakob. Hij verandert de rots in een bron, hard gesteente in een stroom van water.'

Psalm 118 - gezongen