Het is de derde dag. Er is een bruiloft. De moeder van Jezus is daar en ook Jezus en zijn discipelen. De wijn is op en Maria richt zich met dat probleem tot Jezus. Ze stelt geen vraag, maar legt het probleem voor. Jezus' antwoord klinkt mij nog altijd wat cru in de oren. Het is zijn tijd nog niet, maar dat weerhoudt Maria er niet van, om vast de bedienden in te seinen dat ze moeten doen wat Jezus zegt. Vervolgens verandert Jezus 6 vaten van 80 tot 120 liter water in wijn. Zo rond de 600 liter wijn! En nog goede wijn ook.
Wat leer ik over Jezus?
In vers 11 staat: "Dit heeft Jezus gedaan als eerste wonderteken, zo toonde hij zijn grootheid (of heerlijkheid) en zijn leerlingen geloofden in Hem." Hoe toont Jezus zijn heerlijkheid? En wat is dat eigenlijk die heerlijkheid?
Ik heb dat woord heerlijkheid wel horen uitleggen als dat zijn heerlijkheid, zijn wezen is, wie Hij echt is ten diepste. De afgelopen 2 dagen ging het daar ook over in Johannes; wie is Jezus: Hij is het Woord, het Lam van God en nu: Degene die water in wijn verandert. De redder van het feest. Degene die van een afgang een nieuw en overvloedig begin maakt.
Wat heb ik daaraan?
Jezus is nog steeds dezelfde. Ik mag bij Hem komen met mijn nood en ik kan erop vertrouwen dat zijn voorziening komt op zijn tijd, op een manier die ik zelf niet had kunnen bedenken.
Dat geeft mij hoop. Moed, om het leven met een open vizier tegemoet te treden. Niet omdat ik geen problemen hoef te verwachten, of me gevrijwaard weet van zorgen of moeilijkheden, maar omdat ik weet dat als mijn wijn op is, zijn feest pas echt zal beginnen!
Mathea Bikker
Morgen lezen we Johannes 2: 13-25
Geen opmerkingen:
Een reactie posten