dinsdag 27 maart 2018

Dag 36: Johannes 18:1-24

We lezen vandaag Johannes 18:1-24
De laatste woorden van Jezus tot zijn discipelen zijn gesproken. Jezus trekt zich met hen terug in Getsemané. Uit andere evangelieën weten we dat Jezus daar in gebed strijd met de weg die Hij moet gaan. Judas kent de plek ook en trekt erheen met soldaten en de tempelwacht. Zij komen Jezus arresteren. Iedere keer als je in het Johannes evangelie leest over 'een andere discipel' of de discipel die Jezus liefhad', dan wordt ervan uitgegaan dat het Johannes zelf is. We lezen hier dus een ooggetuigen verslag. Deze Johannes, kende de hogepriester en hij kende zelfs de naam van zijn slaaf, Malchus. Dit hele verslag heeft iets sobers. Je proeft als het ware de verslagenheid bij het terugdenken aan wat er allemaal gebeurd is.

Wat leer ik over Jezus?
In de afgelopen weken kwamen we de Ik-Ben-Woorden van Jezus tegen. Hier vinden we eigenlijk het laatste Ik-Ben-woord: Ik ben het. Het zijn de woorden waarmee God zich bekent maakte aan Mozes: "Ik ben die Ik ben" heeft met u gesproken. Geen wonder dat de soldaten terugdeinzen!
Petrus wil Jezus al verdedigen, nu nog wel, maar Jezus staat het niet toe. "De drinkbeker die de Vader Mij gegeven heeft, zou ik die niet drinken?", zegt Hij. De weg die Hij nu gaat is de weg die Hij wil gaan.

Wat heb ik daaraan?
Ik lees deze woorden en maak mee hoe vernederend deze weg is voor de koning van de wereld. Afgevoerd als misdadiger, verraden door een discipel, verloochend door een andere discipel, in het gezicht geslagen. Maar echt bevatten doe ik het niet.
Petrus staat zich te warmen aan het vuur, wat een contrast met de kille woorden die hij spreekt: Ik ben geen discipel van die man. Jezus zegt: "Ik ben het." Petrus zegt: "Ik ben het niet".
Is dat niet het evangelie in een notendop?

Mathea Bikker
Morgen lezen we Johannes 18:25-40


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Psalm 118 - gezongen