Jezus gaat hier verder met zijn laatste toespraak. Hij ziet de ontreddering wel bij de discipelen. Hij ziet dat ze het (nu) nog niet snappen en Hij belooft hen dat Hij hen niet als wezen achter laat. Hij moet gaan, maar Hij laat ze niet alleen.
Wat leer ik over Jezus?
Als ik dit stukje lees, springen er twee dingen voor mij uit. In dit stukje ontmoeten we de drie-enige God. God de Vader, God de zoon en God de Heilige Geest. Hij is in ons. De Heilige Geest wordt hier de geest van de waarheid en genoemd, maar ook onze pleitbezorger of in een andere vertaling onze trooster.
Het tweede dat eruit springt is die prachtige belofte dat Jezus ons zijn vrede beloofd. Niet een vrede zoals de wereld die geeft. Wat is het verschil tussen de vrede die de wereld geeft (de suggestie van deze zinsnede is toch dat de wereld ook vrede geeft) en de vrede die God geeft? De vrede die Jezus geeft is dat als Hij heen gaat, de discipelen zich geen zorgen hoeven te maken, want Hij gaat om zijn werk af te maken. Dat geeft vrede.
Wat heb ik daaraan?
Jezus had een plan. Of eigenlijk de drie-enige God heeft een plan. Een plan dat Hij zelf uitvoert als Vader, Zoon en Heilige Geest. Uiteindelijk is die drie-eenheid niet te snappen, maar precies daarom zendt Hij ook zijn Heilige Geest. De Geest die in ons woont en het ons mogelijk maakt God te kennen en te zien zoals Hij is.
Door zijn Geest, de Geest van waarheid, de Trooster, de pleitbezorger, ontvang ik vrede. Vrede van God. Ik moet denken aan die prachtige uitspraak van Augustinus:
Onrustig is ons hart, totdat het rust vindt bij God.
Mathea Bikker
Morgen lezen we Johannes 15:1-17
Geen opmerkingen:
Een reactie posten